wedstrijd 2021

Poëzieprijs 2021

Categorie C

Geen leeftijdsbeperking

2de plaats

Weerloos

We doen de geknakte takken af met

‘door de storm’, twee dagen geleden

toen we begonnen met zwijgen. Je haalt

de tafel af. Vouwt het kleed zorgvuldig.

 

Op mijn knieën verzamel ik de verstrooide kruimels

van de vloer. Schuif ze op mijn hand,

laat ze door mijn vingers vallen. Buiten. Voor

de kraaien, die liever van karkassen eten.

 

Lang waren we samen, omhuld door zacht vlees.

Verschansten ons in een nest. Wie brak

de schaal als eerste? We hoorden hoe de wind

met ons schreide. Gebroken vielen we neer

voor we nog maar een keer gevlogen hadden.

 

 

Het gare vlees valt van de soepkip. Ik voel

de winter in mijn botten. Brand mijn mond aan de

vetoogjes die op de soep drijven. Heter dan

de rest ruwen ze mijn tong, die gevoelloos is van onze

stilte. We liepen scheuren op.

 

Boven ons bed  bladderde de witkalk van de muur.

Je vingers volgden de groeven in mijn huid. Tastten

naar wat er nog klopte. In Japan dichten ze barsten

met goud. Nooit onzichtbaar. Opzichtig, zodat de

breuken telbaar worden. Om te leren waarderen dat

onze weerloosheid te breken is.

Annette Akkerman